Ik zal het je even uitleggen...
Als vrouwen horen wat voor werk ik doe, reageren ze vaak met ‘Goh, wat leuk - hoe ben je dat zo geworden?’ Mannen zijn bijna altijd zo vriendelijk om me te vertellen welke wijn ik dan echt eens moet proeven, of steken direct een monoloog af over de linkeroever van Bordeaux. Waarom is dat zo? Ik dook maar eens in de materie. Zet je schrap voor: Mansplaining, de long read.
* SNAP * En toen was het genoeg geweest. Jarenlang liet ik ze over me heenkomen als de zoveelste hijgende ploert over een belegen prostituee. Maar opeens kon ik ze niet meer verdragen, die pedante-mannenpraatjes waarop ik (en velen met mij) dagelijks getrakteerd worden.
Je kent het fenomeen ongetwijfeld, maar misschien de officieuze term nog niet: mansplaining. Mannen die dingen uitleggen. Dingen die je al weet. Dingen waar je zelfs méér over weet dan de mansplainer in kwestie. Ja het mag dan toevallig het onderwerp zijn waarop jij bent gepromoveerd - hij kan je er zeker nog wel iets over vertellen wat jij vast nog niet wist. ‘Want kijk, het zit eigenlijk zo…’
Met stomheid geslagen
Mansplainers hebben een blinde vlek voor, of in ieder geval geen boodschap aan andermans kennis. Of beter gezegd andervrouws kennis, want negen van de tien keer is ‘het zwakke geslacht’ doelwit van hun praatjes. Waarom slikken vrouwen dit keer op keer?
Die vaak misplaatste overtuiging van het eigen gelijk lijkt met name op vrouwen een verlammend effect te hebben. Vooral gecombineerd met de minachtende glimlach. Die smug smirk die je de mond snoert. Als versteend sta ik dan, biddend dat het gewauwel snel eindigt zodat ik op zoek kan gaan naar een muur om mijn leuke blonde koppie keihard tegenaan te beuken. Niet om mezelf te straffen voor de mij aangeprate leeghoofdigheid, maar voor mijn werkelijke onvermogen om die betweter tijdig van repliek te dienen. Of een klap op de bek te geven. Want wat moet je zeggen als iemand je in de rede valt en een totaal overbodig informerend relaas instart? Wát? Kan iemand me dat alsjeblieft uitleggen? Wellicht een man in de zaal?
Mansplaining, de term
De term ‘mansplaining’ werd rond 2008 voor het eerst gesignaleerd en sindsdien op verschillende manieren gedefinieerd. Het cruciale ingrediënt is de neerbuigende manier waarop iets wordt uitgelegd… meestal door mannen.
Taalkundige Marc van Oostendorp signaleerde ook in ons land een opmars van de term de afgelopen jaren, plus een uitbreiding van de betekenis.
“Het is natuurlijk een nogal curieus begrip, omdat er twee ladingen in zitten: (a) pedant uitleggen aan iemand die het eigenlijk beter weet, (b) uitleggen door een man aan een vrouw. Het begrip probeert te vatten dat (a) en (b) vaak samenvallen, maar in de werkelijkheidsbeleving van veel mensen zit er natuurlijk ook een verschil tussen.”
Pikken en slikken
Lang heb ik mansplaining gewoon voor lief genomen. Monteurs rekenen voorrijkosten, baby’s kakken in hun luier en mannen lezen je wel eens de les. Het is zoals het is. Maar na mijn *snap*moment ben ik me in het fenomeen gaan verdiepen. Redelijk uitvoerig, want ik wil hier natuurlijk niet zo maar iets roepen. Ik ben geen mansplainer.
In mijn omgeving waren de reacties op mijn onderzoek wisselend. ‘Ach die mannetjes,’ zei vriendin D. ‘Als je gewoon blijft knikken en lachen, dan kun je ze daarna veel makkelijker manipuleren. Heb je ze precies waar je ze hebben wilt.’ Die tactiek ken ik inderdaad. Maar ik WIL niet meer knikken, en mijn kaken zijn verkrampt.
Vriendin L. die een topfunctie heeft in een mannengedomineerde werkomgeving, is inmiddels geassimileerd: ‘Ik blijf mijn punt gewoon doordrammen, net zoals mijn collega’s doen. Ik interrumpeer ook zo vaak mogelijk, negeer andermans onzin en draai kost wat kost mijn eigen verhaal af. Zélfs als ik niet zeker weet of ik gelijk heb.’ Op die laatste onthulling riepen alle vrouwen in de kamer vol afgrijzen: NIET! Hoe kun je?! ‘Het is de enige manier om serieus genomen te houden,’ was haar antwoord.
Mansplaining, de oorsprong
Vaak wordt mansplaining gelieerd aan het beroemde artikel van de Amerikaanse journalist Rebecca Solnit, die in ‘Men explain things to me’ (2008) een stuitend, maar prachtig voorbeeld beschrijft:
Solnit en een vriendin staan op het punt te vertrekken van een nuffig feestje in Aspen. De pochet-dragende gastheer vraagt de dames nog even te blijven, omdat hij heeft vernomen dat Solnit schrijfster is. ‘Van welke boekjes’, wil hij wel eens weten. Solnit vertelt dat ze net een boek gepubliceerd heeft over de negentiende-eeuwse fotograaf Eadweard Muybridge. Nog voor ze de titel kan noemen, onderbreekt de man haar en begint te vertellen over een ander, Very Important Book over Muybridge dat zij werkelijk eens zou moeten lezen. Later blijkt dat het Heel Belangrijke Boek waarmee hij Solnit om de oren slaat, háár boek is - iets wat hem tot vier keer toe gezegd moet worden (!) eer het doordringt en hij stopt met Solnit de les te lezen over het onderwerp. Hij blijkt het boek zelf ook niet gelezen te hebben, alleen de recensie ervan in de krant.
Mansplaining, de binge-website
Hoewel Solnit nooit de term mansplaining in haar artikel gebruikt, wordt Men Explain Things To Me wel gezien als de kick-off van mansplaining-awareness. Het stuk ging viral en veroorzaakte een lawine aan spin-offs. Eén daarvan is de tumblr-site Academic Men Explain Things To Me, een verzameling van duizend inzendingen van academicae die (meestal op een grappige manier) hun ervaringen delen. Wie eens lekker wil mansplain-cringe-bingen is hier aan de juiste url.
Mansplaining, de hotline
De Zweedse vakbond Unionen riep in november 2016 een tijdelijke ‘Mansplaining Hotline’ in het leven, waar leden melding konden maken van mansplaining op de werkvloer. Binnen een week kregen ze honderden telefoontjes (vooral van vrouwen). De actie was vooral bedoeld om bewustwording te creëren en ze haalden er de NYTimes en CNN mee. Toch was er ook harde kritiek, vooral van mannen die zich gediscrimineerd voelden. Hoeveel leden ze door de actie hebben verloren, wilde Unionen niet zeggen.
Mansplaining, de counter
Hoe irritant het fenomeen mansplaining ook is, de term zelf is niet helemaal zuiver: het woord is inherent seksistisch of gender-bevooroordeeld. Mansplaining meet daarom met twee maten: het veroordeelt het seksistische uitgangspunt van (sommige) mannen dat ze alles beter weten (dan vrouwen), vanuit de eveneens seksistische gedachte dat alleen mannen zich er schuldig aan maken. In het ergste geval: alle mannen, alle keren dat ze iets uitleggen aan een vrouw. En dat roept weerstand op… bij mannen. En niet zo’n beetje ook. Op het user generated woordenboek urbandictionary.com zijn er van de Top 10 best gewaardeerde definities van ‘mansplaining’ maar liefst negen (!) anti-feministisch:
En wie ‘mansplaining’ opzoekt op youtube vindt meer filmpjes met omschrijvingen als ‘Annoying feminist gets owned’ en ‘mansplaining backfired’ dan voorbeelden van mannen die vrouwen mansplainen.
Het benoemen van mansplaining schiet veel heren duidelijk in het verkeerde keelgat. Probeer zelf het concept maar eens uit te leggen aan een willekeurige man - mijn zoon (oke, puber) ging bijna door het lint. Ik moest me niet zo ONGELOOFLIJK aanstellen. Mannelijke vrienden reageerden vooral verontwaardigd: dat deden zij nooit, sterker nog, zij waren zelf óók regelmatig slachtoffer van mansplainers. Die moest je negeren of afkappen met dezelfde botte bijl. Het zeker niet op jezelf betrekken. Kortom: bestrijden als een man.
Na een mansplaining epifany moet je wel oppassen niet door te slaan. Ik kreeg opeens rode vlekken in de nek toen ik in een interview met Obama las: ‘First thing I’ll do is taking Michelle on vacation.’ Hoezo HE is TAKING HER? Hoezo niet: Michelle and I will be taking a vacation, !?
Ook is de verleiding groot om op iedere tegenspraak van een man te antwoorden met ‘Nou dankjewel zeg voor het mansplainen! Daar zou ik zelf nooit opgekomen zijn met mijn kleine hersentjes’. Mag ik niet meer van mezelf doen. Door het te misbruiken als karaktermoord zal het begrip mansplaining alleen maar uitgehold worden.
Het Heel Belangrijke Boek
Ik wil nog even terugkomen op het boekincident van Rebecca Solnit: het is natuurlijk te bizar voor woorden dat Mr. Pochet zelfs nadat Solnit verteld heeft over haar Muybridge-boek, er niet vanuit gaat dat haar boek het Heel Belangrijke Boek is over Muybridge. De vraag is natuurlijk waarom hij daar niet vanuit gaat. (Feministen denken het antwoord daarop wel te weten.)
Wat mij vooral raakte was Solnits eigen twijfel. Zelfs na jaren literatuuronderzoek te hebben gedaan over Muybridge, is zij als professional vooralsnog bereid om (van een fluim!) aan te nemen dat er nog een ánder, Belangrijker, Boek over Muybridge is verschenen dat jaar. Alsof ze dat gemist zou kunnen hebben! En dan besef je: zowel Pochet-man als Solnit zélf achten het dus even onwaarschijnlijk dat zij de auteur is van het Heel Belangrijke Boek.
Zo onwaarschijnlijk hij het acht dat Solnit het Belangrijke Boek schreef, zo onwaarschijnlijk acht zij het dat iemand iets zo stellig durft te beweren zonder enige kennis van zaken.
Yes we can!
Die twijfel aan de eigen kennis en capaciteit herken ik goed. Maar het is een onzekerheid die pas opdoemt zodra mijn gesprekspartner zich nadrukkelijk presenteert als expert. Dat heeft met gesprekstechnieken te maken, en voor de grap sloeg ik mijn oude studieboeken over linguïstiek er eens op na.
Er is het wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de verschillen in spreekstijlen per gender. Dit is vrij technisch - saai zouden sommige mensen zeggen, dus voor de liefhebber een bloemlezing aan het eind van dit stuk.
Na het lezen van het artikel was ik zelf beduidend kalmer. Misschien omdat er op basis van empirisch onderzoek rustig wordt uitgelegd hoe het allemaal in elkaar steekt. En omdat er een mogelijke oplossing wordt geopperd: maak kinderen op school al bewust van het feit dat ze twee verschillende sociale talen spreken. Zorg dat zowel jongens als meisjes elkaars sociale taal leren herkennen en spreken, zodat beide seksen ‘sociaal tweetalig’ worden. Dan kunnen ze een individuele keuze maken al naargelang de situatie.
Mansplaining blijft hinderlijk, maar deze inzichten halen wel de angel eruit.
Totdat een of andere lul opeens het tegendeel beweert natuurlijk.
*
Mansplaining, de kanaries
‘The bottom line is…’
‘Kijk, weet je hoe het zit?’
‘Ik zal het even uitleggen.’
‘Wat je je misschien niet realiseert is…’
‘Het zit dus zo:’
‘Nou eigenlijk…’
Mansplaining, het lied
Mansplaining, just sociolinguïstiek?
[uit: Spreekstijlen van vrouwen en mannen, De gevaren van gemengd spreken, door Ingrid van Alphen uit Kris kras door het Nederlands, 1998]:
Bovenstaande werpt een aardig licht op wat er gebeurt tijdens mansplaining. Interessant natuurlijk dat ook de wetenschap die verschillen in spreekstijl voor mannen en vrouwen constateert, maar de vraag blijft natuurlijk waardoor dat komt. En in het verlengde daarvan: of het onwenselijk of zelfs discriminerend is.
Er worden allerlei mogelijke oorzaken genoemd voor het verschil in spreekstijl; van het superieure taalgevoel van meisjes (meer nuanceringen) tot de verschillende manieren waarop leerkrachten en ouders jongens en meisjes toespreken (jongens krijgen meer aandacht, meisjes worden als zwakker gezien). Maar volgens Van Alphen heeft het vooral te maken met de twee verschillende subculturen van de meisjes- en jongensgroepen zelf (5 t/m 15 jaar):
Eigenlijk spreken mannen en vrouwen dus twee verschillende sociale talen.