Nachtmerrie met Harold Hamersma
Throwback Thursday. Mooi moment om terug te blikken op het dag dat Harold mij vroeg zijn co-auteur te worden.
‘Bent u bekend met de wijnen van Château Pabus?’ vraagt een grijze heer in een Ollie B. Bommel-outfit. Hij trekt rustig aan zijn kersenhouten pijp, die wel uit moet zijn. Het lijkt me sterk dat je mag roken in het zeventiende-eeuwse zaaltje waar ik net mijn lezing over wijnen uit Bordeaux heb afgerond. ‘Nou, ik…’ Ik sta achter een katheder, in een te krap jurkje dat onder de oksels knelt. Voor mij liggen aantekeningen, maar ik kan het gekrabbel onmogelijk lezen. De meute grijshoofden staart me zwijgend aan. Heer Bommel, ijzig: ’U weet wel. In Sadirac.’ Waar de hel? Linkeroever, rechteroever? Cambodja? Ik heb geen idee. Een druppel zweet glijdt mijn bilnaad in.
Waarom ben ik hier in godsnaam aan begonnen? Deze klus, dat hele wijngedoe, wat weet ík er nou van? Laat mij lekker doen waar ik goed in ben. Mijn man koeioneren en Netflix kijken.
Ik barst in snikken uit en laat mezelf langzaam achter de katheder glijden. Een tijdje lig ik daar. De kracht ontberend weer overeind te komen, trek ik mezelf met klamme handen als zuignappen over de geboende parketvloer richting het gordijn. De zaal is stil. Waarom lacht niemand?
Als ik na een eeuwigheid het doek bereik, zie ik een schim door de kier. Het is Harold Hamersma. Hij wenkt me en sluit het gordijn achter me als ik opgekrabbeld ben. ‘Waarom draag je toch al jaren dezelfde bril?’ vraag ik hem. ‘Dan kan ik je beter zien, dear,’ zegt hij. Ik probeer me te herinneren waar zijn antwoord me aan doet denken, maar ik kom er niet op.
‘Rechteroever,’ zegt Harold. ‘Sadirac ligt op de rechteroever van de Bordeaux, ongeveer tien kilometer van de Garonne. Dat wist je wel, je was het alleen even vergeten. Pabus is van honderd procent merlot. Je weet, de rechteroever is merlot gedomineerd. Linkeroever kent meer -’ ‘Cabernet,’ vul ik aan.
‘Precies.’ En dan: ‘En nu wil ik jou wat vragen.’
Een maand later staar ik in shock naar mijn calculator. Honderdachtentwintig. Dat is het minimum aantal wijnen dat ik vanaf nu per week zal moeten proeven voor mijn bijdrage aan De Grote Hamersma 2017. En dus ook het aantal wijnen dat Harold wekelijks bij mij langs komt brengen. Waar laat ik al die flessen?! De kinderen moeten maar samen op een kamer.
De vrienden en buren aan wie ik het vertel, raken in extase. Niet direct omdat ze blij voor me zijn dat ik ‘co-palet’ ben geworden van de Grote Hamersma, maar uit puur eigenbelang. In hun ogen verschijnen flessen zoals dollartekens. Graties wijn! Heel veel graties wijn. App-groepen voor afhaalmomenten worden aangemaakt. Iemand stelt zelfs haar atelier ter beschikking waar ik de dozen kan laten afleveren en rustig kan proeven.
Enthousiast komt een horde dorstige wolven opdraven om mij te verlossen van de eerste vijftig open flessen, en dan dringt ook tot hen de omvang van dit klusje door. Als u mij zoekt: de komende maanden zit ik dus in een hok op een geheime locatie een paar duizend wijnen te proeven. Of ik moet het allemaal gedroomd hebben natuurlijk.